Waar begin ik? Met Slingers staat op een heel laag pitje. Simpelweg omdat er teveel andere dingen zijn die aandacht vragen en energie kosten. Ik werk op een Waddeneiland, organiseer(de) een tweedehands kleding evenement, ik doe een interieurstyling-cursus, we gaan deze zomer een rondreis maken in Ierland én ik ben getuige op de bruiloft van een dierbare vriendin. Bizar! En dan zijn er ook nog vrienden – en natuurlijk m’n ouders – die langskomen op Texel om dit avontuur samen met mij te beleven. Stuk voor stuk te gekke dingen, waar ik enthousiast over ben. Maar, luxeprobleem, alles tegelijk blijkt een beetje veel van het goeie. Veel van het goeie. Ik ben er dankbaar voor, voor al dit goeds en toch voelde ik het even niet; de slingers, het JA!-gevoel, het genieten van de kleine dingen.
Soms bekruipt een gevoel van onvrede mij, terwijl ik vind dat ik het zó goed getroffen heb. Voelen en vinden, dat zijn twee héle verschillende dingen. Het lijkt soms alsof ik van uitersten aan elkaar hang: Sociaal én kluizenaar, ambitieus én vaker vrij willen zijn, huismus én avonturier, wereldverbeteraar én luiwammes en ga zo maar door. Ben ik vier dagen vrij, dan zoek ik de reuring op. Heb ik het druk, dan verlang ik naar 4 dagen vrij. Irritant.

Ik hoor wel eens dat het voor anderen lijkt alsof ik vooral doe wat me leuk lijkt. Dat probeer ik inderdaad, maar ik loop even zo vaak tegen de lamp, hoor. Zodra ik rust pak, ontstaan er vrijwel meteen nieuwe ideeën. Dan begint het met ‘Weet je wat me leuk lijkt?’ en dan zie ik Chris alweer nieuwsgierig opkijken en intern afwegen of ik zomaar iets roep, of dat het wellicht leidt tot een plan waar hij ook in meegezogen wordt. Of met ‘Ik heb een idee!’ en dan kan er zomaar iets uit mijn mond komen wat in mijn beleving metéén moet gebeuren. Het kan gaan over het eten van vanavond, maar ook over een verbouwing, bij wijze van spreken.
De afgelopen periode was er geen ruimte voor impulsieve ideeën en gekkigheid. Ik ben er achter gekomen dat ik namelijk druk was, of ben, met mijn best doen. Weet iemand hoe dat moet? Je best doen? Wanneer is je best doen klaar of afgerond? En waarom zou je eigenlijk überhaupt je best moeten doen? Ik wilde werken op een Waddeneiland, check. Dichtbij zee wonen, check. De 2e editie van VIND ‘t LIVE organiseren, check. Aan de slag met interieurstyling, check. En toch hè, voelt het alsof ik het afvink, kijk ik uit naar de dag dat al deze dingen weer ‘klaar’ zijn. Verlang ik naar rust. Ik geniet er niet van om al deze dingen tegelijk te doen. Ik las laatst online ergens een mooi stukje waarin stond dat je het best druk kunt hebben, zolang je maar genoeg hersteltijd neemt. En toen wist ik het; ik heb meer hersteltijd nodig! Tijd om alles in me op te nemen, ervan te genieten.




Als ik na werktijd over het strand loop, word ik soms overvallen door geluksgevoelens. IK BEN HIER GEWOON! Nu ik volop bezig ben met de eindopracht voor m’n stylingcursus voel ik dat soms ook: Wat heerlijk om moodboards te maken. Ge-nie-ten, al die mooie plaatjes bij elkaar brengen. Of als ik VIND ‘t LIVE herbeleef en nog eens denk aan de sfeer en aan de mooie woorden aan het einde van de dag, dan voel ik een ‘jemig, wat bijzonder dat deze mensen vandaag allemaal bij elkaar waren’. En dat ik getuige mag zijn op een bruiloft, dat is toch mega bijzonder? Natuurlijk voel ik dat ook! En daarna: Maar wat moet je als getuige eigenlijk doen? Wat voor een briljant cadeau kan ik bedenken? Etcetera etcetera. Gék word ik ervan.
Sinds ik besef dat ik aan het afvinken ben en nauwelijks geniet van al deze geweldige ervaringen, sta ik er vaker bij stil. Even opschrijven wat er allemaal goed gaat, waar ik dankbaar voor ben en waar ik me op verheug. Af en toe even een rondje wandelen en foto’s maken van bloemetjes of beestjes. Proberen me niet druk te maken om het onkruid dat 30 cm hoog staat, ‘kraamcadeautjes’ die hier al drie maanden liggen te wachten om weggegeven te worden, kaartjes voor zieke familieleden die ik allang had willen versturen. En dan zit ik uren aan de eettafel. Uren. Wat administratie te doen, te schrijven of op m’n telefoon te klooien met een muziekje aan en een kop koffie. En dan vind ik het ineens wel prima dat ik tot niks kom en denk ik aan mijn hersteltijd.
*Ik kan me trouwens niet voorstellen hoe mensen met (kleine) kinderen dit doen of mensen die andere sores hebben. Ik realiseer me dondersgoed dat het allemaal maar relatief is.




Het eiland-avontuur heeft inmiddels een einddatum gekregen, want aan het einde van de zomer komt er ook een eind aan mijn interim-opdracht op Texel. En daarna neem ik de tijd die nodig is om te evalueren en reflecteren, net zolang totdat er weer gekkigheid opborrelt en zin in nieuwe avonturen. Maar voordat het zover is, staan er nog een paar hele toffe dingen te gebeuren en probeer ik minder m’n best te doen en erop te vertrouwen dat het ook wel goed komt allemaal als ik de lat wat lager leg. Tot zover het inkijkje in mijn hoofd en de chaos die daar soms in rondgaat. Ga ik nu nog even een bananenbrood bakken en mijn tas inpakken voor een nieuwe week! 😉 Liefs, Marike
